Sinds Marcel Ostertag in 2007 zijn eerste collectie toonde, heeft de 44-jarige zich gevestigd aan de top van de Duitse ontwerpers – en terecht! STYLEBOOK sprak de modeontwerper over zijn nieuwste confectiecollectie, wat mode voor hem betekent en wat hem na al die jaren nog steeds inspireert.
Midden in de drukte van de Berlin Fashion Week konden we ontwerper Marcel Ostertag onderscheppen voor een kort interview. Ondanks een strak schema met afspraken zie je hoe zijn hart klopt voor mode en de bruisende modewereld. “Na de modeweek is voor de modeweek! Mijn eerste vrije dag is eind juli – tot die tijd moet ik wat rondhangen. We zijn al druk bezig met de nieuwe wintercollectie (de patronen zijn al beschikbaar), beantwoorden alle vragen en maken tal van klantafspraken. Het is als een motor die maar door blijft gaan!’ Zijn ogen lichten op van opwinding.
Inspiratie voor zijn nieuwe collectie is een regenboog. Een metafoor voor de ontwerper: een brug tussen werkelijkheid en droomwereld. Hij wil de drager meenemen in deze fantastische wereld, in de hoop negatieve ervaringen en gedachten achter zich te laten. En juist deze positieve instelling staat niet alleen voor zijn ontwerp, maar ook voor Marcel Ostertag als persoon.
“Want ik wil dat mijn klanten niet alleen gezien worden, maar ook gehoord worden!”
STYLEBOOK: Gefeliciteerd met je collectie! Wat denk jij dat jouw bestseller wordt?
Marcel Oostertag: Sterker nog, ik denk aan het kleurrijke pak dat Martina droeg. Veel mensen hebben erom gevraagd! Bovenaan staat ook de zacht vloeiende jurk – en inderdaad de oranje look met de belletjes. Want ik wil niet alleen dat mijn klanten gezien worden, maar ook gehoord worden.
“De collectie “Somewhere over the Rainbow” is kleurrijk en brengt je in een goed humeur. En juist hierin verschilt de ontwerper vaak van zijn collega’s, want plezier voor alle betrokkenen staat voorop. Zwart kom je bijna niet tegen en als je dat wel vindt, dan met een transparante twist. In plaats daarvan komt op eerste paasdag een kleurenspektakel tot zijn recht op pakken, zwierige jurken en blouses. Hij blijft trouw aan zijn favoriete snit uit de jaren 70 en 80, er is hier geen groot experiment te zien, maar dat is ook niet dringend gewenst. Trouw aan het motto: mode is leuk!” – Rebecca Stringa, hoofdredacteur STYLEBOOK
Oranje is een echte trendkleur van dit moment.
Ik hou van oranje! De kleur maakt al jaren deel uit van mijn collecties. Ze straalt echt levensenergie uit!
De Berlin Fashion Week van dit jaar staat in het teken van duurzaamheid. Vind jij een soort duurzaamheidsconcept ook belangrijk?
Duurzaamheid is heel erg belangrijk voor ons. Het begint bij de inkoop van stoffen en de productiefaciliteiten: alles wordt geproduceerd in Duitsland, Polen en Italië. We gebruiken veel natuurlijke stoffen en gerecycled polyester. Mocht er nog een effen stof over zijn van de vorige collectie, dan bedrukken we die voor het volgende seizoen.
Ik heb twee eigen winkels, een webshop en daarnaast doe ik meestal 6-10 pop-up stores in verschillende steden per seizoen. We hebben een grote fanbase van eindconsumenten en ik ken mijn Pappenheimers al een beetje. Ondanks alles is er geen collectiestuk dat je vandaag meer dan tien keer op de catwalk hebt gezien. Als ik dan naar de massa ga, komen mijn samenwerkingspartners in beeld.
“Duurzaamheid is ook tijdloosheid”
En ik neem mijn klanten altijd bij de hand en probeer ze uit te leggen hoe duurzaam consumeren werkt. Als je iets van hogere kwaliteit koopt, gaat dat langer mee, dat kost meer – dat regel je ook niet zo snel! Als je moet sparen om jezelf op iets te trakteren, zijn dat meestal je favoriete items. Die bij ons verhalen beleven, en die geen dode lichamen in de kast worden of bij het afval belanden. Fast fashion is inwisselbaar, gaat sneller kapot en wordt vaak weggegooid.
Ik herinner me nog de eerste stukken van Zara, die kon je na één keer dragen weggooien. Dat wil ik gewoon niet voor mijn kleding. Voor mij is tijdloosheid de belangrijkste benadering van duurzaamheid! Mode die alleen werkt met affiniteit voor trends, die komt en gaat. Daarom werk ik graag met het silhouet uit de jaren 70 en 80, omdat het er altijd is. En ik heb nog steeds klanten die stukken dragen uit mijn eerste collectie uit 2007.
Zou je een samenwerking met een fast fashion bedrijf helemaal uitsluiten?
Ik heb twee grote partners: HSE en Peter Hahn. Maar ook hier waardeer ik beperkingen. Bij Hahn geldt een maximum van 200 stuks per model, bij HSE 200 tot 500. En ook hier hecht ik veel belang aan stoffen en duurzaamheid. Open je ogen voor collabs: Wat kan ik ontwerpen dat duurzaam is en lang bij ons door het leven kan? Zo ontwerp ik al mijn concepten in de eerste stap.
Waar haal je eigenlijk al je inspiratie vandaan?
Mensen, muziek en ook Moeder Natuur. Dat is voor mij de grootste inspiratiebron. De structuur, de kleuren, de patronen, flora en fauna. De dieren ook! Maar “Moeder Aarde” staat al jaren op nummer één voor mij. Ik kijk graag in oude bloemenboeken. Ik zat toen altijd in de bibliotheek van Saint Martin’s College of Art and Design – ik zat wekenlang vast in oude boeken waar nog met de hand bloemen werden geschetst.
Laten we het vandaag hebben over je schoonheidslooks. Vandaag veel zwarte monochrome ooglooks en bijna geen lip.
Precies, we hadden sexy ogen en kleine lippen. Het oog was extreem, maar ik wilde iets stoers toevoegen aan het hele kleurrijke thema zodat de vrouwen zich ook sexy voelen. Ik heb vooraf altijd een moodboard waar ik haar- en make-up looks verzamel. Vandaag hadden we B. Twee kapsels op de catwalk: wetlook en open, steil haar. De beautystyling moet de collectie juist onderstrepen en niet ondermijnen. Iets heel groots zou de verzameling opslokken. Ook besteed ik veel aandacht aan het simpele, easy-to-wear karakter. Voor mij is het altijd vanzelfsprekend: nauwelijks opsteekkapsels, extensions of haarstukjes. Doe dit gewoon thuis na, dat vind ik leuk!
Je hebt ook verschillende GNTM-kandidaten op de catwalk. Hoe hebben jullie elkaar gevonden?
Ik ben iemand die altijd zelf zijn modellen wil vinden. Ik volg onder andere GNTM omdat ik er vaak ben geweest. En er zijn altijd een paar meisjes die ik echt leuk vind. Ik boek alleen meisjes waar ik echt achter kan staan. Selma z. B. heeft een glimlach en een gezicht van een miljoen dollar dat binnenkomt en positieve energie heeft. De aanpassing met haar was ook super ongecompliceerd. Het is ook leuk om de carrières van de meisjes te volgen. Lotte deed een van mijn shows toen ze 15 was en werd toen ontdekt – het loopt al sinds haar 18e Haute Couture in Parijs. En met sommige modellen heb ik al jaren contact. Sommige meiden hebben 20 shows voor mij gelopen.
Wat ontwerp je het liefst: dames- of herenmode?
Met vrouwen kan ik me gewoon meer uiten. Daarom vind ik de ontwerpbenadering spannender. Ik ben ook wat wilder geworden met mannen omdat de klantenkring aan het veranderen is. Maar mannen hebben altijd iets praktisch bij zich! Rits, binnenzak, etc. Maar vrouwen zijn nu eenmaal de intensievere clientèle, die het gewoon nog meer beleven. Je voelt het meer, de mannen zeggen ‘Cool!’ en dan weer vertrekken. Bij vrouwen zitten er meer emoties achter, dus dat vind ik leuker.
»De jaren negentig is een decennium dat ik liever uit mijn geheugen wil wissen
Zijn er eigenlijk bepaalde modetrends waarvan je blij bent dat ze terug zijn gekomen en welke je graag in de mottenkast zou willen stoppen?
Nou, ik moet zeggen dat de jaren negentig, die nu zo intens terug zijn, een decennium is dat ik liever uit mijn geheugen wil wissen. Als ik naar mijn foto’s van vroeger kijk, lijk ik nu net op de jongeren op straat. Het is gewoon helemaal niet geëvolueerd, het is een 1:1 kopie van toen. De Buffalo’s, bloot middenrif, gesp met het Diesel-logo. Ik geef gewoon de voorkeur aan de decennia waarin ik niet actief was: de jaren 60, 70, 80. Dan kan ik mezelf onderdompelen in werelden waarvan ik me zelf niet bewust was en veel meer geïnspireerd raken.
Anders hangt het altijd van de look af, een krokodillenschoen bij een stoere avondjurk kan ook een look zijn. Het is altijd een kwestie van type hoe de drager zijn of haar eigen stijl heeft gevonden en hoe hij of zij deze draagt. Veel mensen in Duitsland vergeten dat mode communiceert. En kan het karakter gewoon versterken. Ik merk hoeveel klanten in mijn winkel zeggen: ‘Nee, die kleur staat me helemaal niet’, maar al jaren niet meer geprobeerd hebben! Huid en haar veranderen en dan staat ze ineens voor me in een roze jurk en zegt: ‘Wow’. En dan groeit ze drie centimeter, dat is zo mooi om te zien.
Ook interessant: Genoeg! De Y2K-modetrend ziet er gewoon niet goed uit
Je bent een groot voorstander van dierenwelzijn, vandaag focus je op de samenwerking met het DKMS. Vertel ons er meer over!
Liefdadigheid is erg belangrijk voor ons allemaal, daarom dit jaar de samenwerking met DKMS. Volgende keer breiden we dat nog verder uit en brengt volgend jaar iedereen zijn eigen goede doel mee. Ik ben enorm gehecht aan dierenwelzijn, ik ben sponsor van drie dierenasielen in Duitsland en twee in Portugal. Mijn man Markus en ik hebben ook twee chihuahua’s geadopteerd en gered uit een dierenasiel. Een belangrijk onderwerp!
bron